Woensdag. Ik neem de metro naar de wijk San Angel. Stap verkeerd uit (zat natuurlijk weer eens niet op te letten. Was ‘in gesprek’ met een Mexicaanse. Zij sprak drie woorden Engels ik een half woord Spaans: tóch leuk en een vrolijk begin van de dag:)), dus voor ik er ben loop ik me al een slag in de rondte, maar dan heb je ook wat: San Angel was ooit een apart dorp, dat nu inmiddels is ‘opgenomen’ binnen de stad en het heeft duidelijk een ander sfeer/stijl. Straten van kinderkopjes, en kleurige oude huizen. Maar ook weer: voor onze begrippen slecht onderhouden en vol met auto’s.
Het centrale plein is leuk. Ik vraag me af waarom er tientallen mannen met rugzakken (en een paar vrouwen) rondhangen. Wachten ze op werk? Hopen ze opgepikt te worden voor een schoonmaakklus in een huis, werk in de tuin of door een aannemer?
In een volgend deel van de wijk zijn de huizen opeens veel beter onderhouden en goed beveiligd. Afgesloten hekken, camera’s, bewakingspersoneel, valetparking en dure merken.
Aan die weg ligt het Museo Casa Estudio Diego Rivera y Frida Kahlo. Het huis/studio is gebouwd in opdracht van Diego Rivera (de man van de muurschilderingen), een beroemde Mexicaanse schilder en beeldhouwer. Controversioneel, politiek gedreven en een gepassioneerde relatie met de schilderes Frida Kahlo (hij trouwde haar zelfs twee keer).
Het huis zou een ontwerp van Rietveld kunnen zijn. Er staat en hangt werk van Rivera en het is zo goed als in dezelfde staat als toen hij er woonde en werkte. Mooi!
Daarna zoek ik een taxistandplaats. Eerste regel in Mexico City: neem altijd een taxi bij een standplaats, of één die gebeld is door een restaurant of hotel. Als er na een minuut of twintig lopen vlakbij me een taxi stopt om een (keurige) heer uit te laten, besluit ik dat het veilig genoeg is. Het blijkt een schatje (natuurlijk!), hij heeft alleen geen idee waar hij naar toe rijdt. Na een hoop gebaren en glimlachen en telkens weer op mijn kaart kijken zet hij me -zichtbaar verbaasd en blij dat hij het gevonden heeft- af bij het Museo Casa Azur, het huis waar Frida Kahlo werd geboren en ook is gestorven.
Wat een prachtig (azurblauw) huis! Het is gebouwd rond een binnentuin. Ik ga twee keer het museum door: één keer met de koptelefoon van de audiotour en daarna dwalend, genietend…
Ik dacht terug weer de metro te nemen maar het is inmiddels spits en dan schijnt het loeivol te zijn (er zijn in de spits aparte treinstellen voor mannen en vrouwen, blijkbaar zijn de Mexicaanse mannen wat handtastelijk), dus ik neem één van de taxi’s die voor het museum staan.
Alweer een leukerd. Wat een verschil met de ‘Yellow Cab drivers’. Als ik hem er naar een paar minuten op wijs dat zijn meter niet loopt, zegt hij me (denk ik) dat hij stuk is. Maar hij maakt regelmatig contact met de taxicentrale en ik besluit dat hij betrouwbaar is en bedenk me dat ik trouwens liever een tientje meer betaal (die man kan het gebruiken!) dan me druk te maken over of ik misschien word afgezet. Hij vraagt vriendelijk lachend van alles dat ik niet versta en ik roep wat van de zinnetjes die ik wel ken: no entiendo (ik begrijp het niet) en de rest van de rit voeren we een gesprek dat we beiden nog niet voor de helft begrijpen (druk ja, veel auto’s, pyramides gezien, tequila gedronken, Amsterdam is heel anders, enzovoort). Als ik hem uiteindelijk voor het hotel een dikke fooi geef krijg ik een verrukte glimlach en een zoen toegeworpen.
Helemaal blij stap ik de lobby van het hotel binnen. Het is er vol en iedereen heeft een pak en dure schoenen en wacht op de dure auto en vraagt zich af in welk restaurant er nu weer gegeten gaat worden, maar stralende glimlachen zie ik niet….
Nou ja, das ook onzin natuurlijk, maar het contrast is wél groot.