Naar Washington DC. Twee dagen lang ons benen uit ons lijf gelopen in de plotselinge nazomer (zo’n 28 graden). Wonderlijke stad. Laag. Uitgestrekt. Een enorme overvloed aan (gratis toegankelijke joekels van) musea. National Gallery, Museum of the American Indian, American Art Museum, National Portrait Gallery. Prachtig. Zoveel moois gezien…
Toppers: schilderijen van Edward Hopper, foto’s en ander beeldend werk van William Christenberry, landschappen uit het begin van de twintigste eeuw en de enorme gevarieerde collectie ‘portretten’ van allerlei bekende Amerikanen gemaakt door allerlei (mij) onbekende Amerikanen in diverse stijlen en technieken.
Eigenlijk dacht ik heel stiekem van binnen dat ‘wij Europeanen’ veel mooiere dingen hebben gemaakt. (En dan zeggen ze dat Amerikanen arrogant zijn!)
Dinsdagavond: Halloween. Om een uur of zes zitten we op de waranda voor de Adams Inn. Iedereen is op straat. Een warme zomeravond, maar dan donker en in november. Overal kinderen (en ouders) in allerlei kostuums. Mensen zitten op de trappen voor hun huizen de snoepjes uit te delen, soms zelf ook prachtig uitgedost en de huizen versierd met pompoenen, spinnenwebben en griezels. Wat een sfeertje!
Jammer dat het met Sint Maarten bij ons altijd zo koud en/of nat is!
Adams Inn ligt in de ‘hippe’ wijk Adams Morgan, een leuke ‘herberg’ in een rijtje van drie stadspandjes in een ‘gewone’ straat. Authentiek, hartelijk en ‘losjes’. ’s Morgens met andere gasten aan een grote ontbijttafel: een Frans gezin; een Amerikaans stel, dat bijzonder trots was op hun zoon (de security driver van Condoleezza Rice); een wat vreemde, oudere Amerikaanse medewerker van het Ministry of Defense , die nergens over hoefde te zwijgen en blééf praten; een Duitse moeder met een zoon (prototype nerd, veel te intelligent voor de normale wereld. Gestudeerd in Oxford in Engeland en nu op Princeton); de aardige Tod met de hoed, een congresganger van in de veertig, die hier logeerde om het grote congreshotel te ontvluchten en hier (toevallig?) een oude vriendin trof. (Het congres ging trouwens over studentenuitwisseling tussen universiteiten, Daan) én een middelbaar maar nog bijzonder jong stel uit Nederland… Kortom, een kleurrijk gezelschap. Leuke gesprekken leverde dat op.
Donderdagochtend: Virginia. Over de mooie Skyline Drive gereden, een weg over een ‘bergkam’ van de Blue Ridge Mountains, het begin van de Appalachen, en verder door de fraaie Shenandoah River Valley. De oorspronkelijke bewoners, de Shawnee indianen gaven de rivier zijn naam. Rond 1720 kwamen de eerste blanke kolonisten: Engelsen, Ieren, Schotten en Duitsers. “Lekker plekje om te wonen”, moeten ze hebben gedacht, “Pik in, ‘t is winter. Die indianen hebben we zó weggepest. Wij hebben geweren en pistolen, zij lekker niet”.
En zo is het gekomen. De Nederlanders waren er hier en toen toevallig niet bij.
Virginia is weer een heel ander soort Amerika. Het hoorde bij de Zuiderlijken, en niet bij de Yankees. Mooi landschap, leeg, conservatief en hier en daar een meestal monsterlijk lelijk stadje. Oude koloniale huizen en rustieke boerderijen verspreid in de heuvels en dalen. Slingerende rivieren. Pittoresk. Landelijk.
Overnachting gevonden in het historische stadje Staunton in de Belle Grae Inn. Een geweldig oud landhuis. We worden gastvrij ontvangen, mogen alle kamers zien (we zijn de enige gasten) en stappen zomaar een eeuw terug in de tijd
Geen tijd om te eten blijkt, want op naar het Blackfriars Playhouse, een vrij goede nabootsing van het oorspronkelijke ‘Shakespeare theater’, voor een uitvoering van Macbeth. (“ When shall we three meet again, in thunder, lightening….”)
Oorspronkelijke taal, mooi. Verder een wat ‘droge’ weinig theatrale opvoering.
Eten bij een heuse Drive In Hamburgertent (niet te verwarren met Drive Through). Het is tien uur ‘s avonds in een uitgestorven bedrijvendeel van het stadje. Desolaat. Neonlicht. Jammer dat het niet regent. We parkeren naast een van de bestelpalen en bestellen via de intercom. For here or to go? (For here betekent dat het eten op het blad naast je open raampje wordt gezet). We kiezen To go en staren dan een tijdje naar de drie vermoeide medewerkers in het felle licht achter de ramen (een schoonmaakmeisje, een kookjongen en een bestelmeisje).
Dan wordt het eten gebracht. Het is goedkoop en blijkt redelijk goor, maar we nemen er een lekkere (en veel te dure) fles wijn bij in het hotel…
De volgende dag nog een wandelingetje door Staunton (werkelijk een leuk stadje, helaas zijn de winkels vol antiek en ambachtelijk kerstspul dicht) en dan rijden we (afgewisseld met diverse foto stops) door het schitterende dal en later door Lancaster County (waar de Amish en de Mennonieten wonen, maar daarover later meer) in een uur of tien terug naar huis.
We hebben zes staten ‘gescoord’ : New Jersey, Pennsylvania, Maryland, District of Columbia (de DC van Washington DC hebben we ontdekt), Virginia en West Virginia.
http://www.adamsinn.com
www.bellegrae.com
www.americanshakespearecenter.com
Groetjes!
Mar